Franks homepage
Nieuw op de site
Contact
Zoeken
English

schilderij van Verwey

Shakespeare:
Voorwoord
Bibliografie
Tekstverantwoording
Vertalingen
Bewerkingen
A Lover's Complaint
De sonnetvorm
Shakespeare-links

Vertalers:
Burgersdijk
Albert Verwey
J. Decroos
Boutens
Moulijn-Haitsma Mulier
Jan Campert
Hugo Claus


Tijdgenoten:
Edmund Spenser
John Donne


Statistieken/Privacy

26

Ik weet, dat geen die later dit boek leest,
’t Begrijpt, – en wie de wereld gadeslaat,
Weet dat zij slecht noemt wat zij niet verstaat,
En goed het niet-verstaan van eigen geest.

Maar ik, die dit boek schiep, ben niet geweest
Schepper van ’t niet-verstane, in andren kwaad,
Maar van het wél-verstane – en, naar hún raad,
Goede in mij zelf en ú, u allermeest.

En ik begeer der mensen oordeel niet
Op ’t slechtgetekend prentje, dat zij met
Mijn naam eronder hangen in hun ziel

En aanzien voor mijn welgeslaagd portret:
Dat hebt gij enkel die mijzelven ziet
En weet wanneer ’k u wel, wen niet, beviel.


Uit: Oorspronkelijk dichtwerk, eerste deel, 1882-1914, Uitgeverij Querido, Amsterdam, 1938.






Sonnet 1
Sonnet 2
Sonnet 3
Sonnet 4
Sonnet 5
Sonnet 6
Sonnet 7
Sonnet 8
Sonnet 9
Sonnet 10
Sonnet 11
Sonnet 12
Sonnet 13
Sonnet 14
Sonnet 15
Sonnet 16
Sonnet 17
Sonnet 18
Sonnet 19
Sonnet 20
Sonnet 21
Sonnet 22
Sonnet 23
Sonnet 24
Sonnet 25
Sonnet 26
Sonnet 27
Sonnet 28
Sonnet 29
Sonnet 30
Sonnet 31
Sonnet 32
Sonnet 33
Sonnet 34
Sonnet 35
Sonnet 36
Sonnet 37
Sonnet 38
Sonnet 39
Sonnet 40
Sonnet 41
Sonnet 42
Sonnet 43
Sonnet 44

'Mephistopheles Epicureus'