Over De onrustzaaier
van Willem G. van Maanen
Dit boek vond ik in de ramsj. Dat heeft soms iets verdrietigs. Van Maanen is wat in de vergetelheid geraakt. Op de omslag een citaat van Willem Jan Otten: 'Een literatuur die een zo groot schrijver als Willem G. van Maanen niet zijn plaats kan geven, is verontrustend vergeetachtig en trouweloos.' Dan wordt in 2002, om hem weer onder de aandacht te brengen,
De onrustzaaier uit 1954 opnieuw uitgegeven. En dan belandt die roman uiteindelijk wéér in de ramsj. Dat is inderdaad verontrustend. Want dit is een prachtboek.
De onrustzaaier volgt een beproefd recept: buitenstaander betreedt kleine gemeenschap en zet de boel op stelten. Neemt het op tegen de gevestigde machten, en delft het onderspit.
De kleine gemeenschap is in dit geval een Nederlands dorp. Een landelijk dorp waar niet veel gebeurt. En een sterk verzuild dorp, waar steile protestanten, katholieke godsdienstwaanzinnigen en machteloze 'openbaren' elkaar in de haren zitten. De verteller heet niet voor niets Pilaar.
De buitenstaander is 'meester Chris', het nieuwe hoofd van de openbare school. Hij is aangesteld op voorspraak van Pilaar, de notaris van het dorp. Die wil een tegenwicht bieden aan de christelijke school. Met gemanipuleer achter de schermen – want hij wil zich niet openlijk in de schoolstrijd mengen – zorgt hij ervoor dat meester Chris wordt aangesteld.
Pilaar krijgt waar voor zijn geld. Meester Chris ontpopt zich als een fanatieke zendeling van het vooruitgangsgeloof, die behalve de kinderen ook de volwassenen met een avondcursus wil 'ontwikkelen'. Dat valt niet in goede aarde bij het christelijk volksdeel.
De strijd die zich dan ontspint wordt vrij afstandelijk door Pilaar beschreven. Hij schrijft met gevoel voor ironie, die overigens ook een zekere angst moet maskeren: hoewel hij in zijn hart de zaak van de vooruitgang is toegedaan, durft hij niet openlijk partij te kiezen. Hij moet immers aan zijn klandizie denken. Als het erop aankomt, wast hij telkens zijn handen in onschuld.
Want ja, zijn naam verwijst óók naar Pontius Pilatus. En ja, sommige allegorische verwijzingen liggen er nogal dik bovenop. Natuurlijk is meester Chris een Jezus-figuur, die uiteindelijk door het dorp gekruisigd moet worden. En als hij merkt dat hij niet op openlijke steun van de notaris kan rekenen, vergelijkt hij die expliciet met Pontius Pilatus.
De vergelijking klopt in meerdere opzichten. De Romeinen als decadente levensgenieters, ook dat cliché is belichaamd in de notaris, die zijn heil liever zoekt in een glaasje port en een goede bolknak dan in de verheffing van het volk of de verlossing van de Heer. Hij hoopt wel dat er eens een einde komt aan dat rare christelijke geloof, maar hij wil zijn comfort niet opgeven om dat te bereiken.
Toch krijg je geen moment het gevoel dat het boek een simpele allegorie is, waarin het er alleen om gaat dat je op elk personage en elke handeling het juiste etiket plakt. Het is geen kruiswoordpuzzel. Door sommige verwijzingen er zo dubbeldik bovenop te leggen geeft Van Maanen aan dat zijn verhaal juist géén rechtlijnige allegorie is. Hij goochelt met allusies en associaties, hij zet je aan het denken, maar leidt je niet rechtlijnig naar één simpele conclusie.
Nu eens is meester Chris bewonderenswaardig in zijn zendingsdrang, en de notaris lafhartig in zijn afzijdigheid. Het volgende moment krijgt Chris' koppige gehamer op vooruitgang en ontwikkeling de trekken van religieus fanatisme, en lijkt hij eerder een gevaarlijke gek. Als deze roman al een boodschap heeft, dan is het dat zendingsdrang in élke vorm (religieus of politiek) slechts tot ellende kan leiden.
Dat alles beschrijft Van Maanen enorm vlot, meeslepend en in een kraakheldere stijl. Als een auteur 'ten onrechte vergeten' heet te zijn, denk je soms: dat zal wel komen omdat hij erg moeilijk schrijft, een ontoegankelijke of gedateerde stijl heeft. Dat is hier niet het geval. Het Nederlands van Van Maanen sprankelt. Zijn precieze manier van schrijven, wars van opsmuk en helder van stijl, doet me denken aan sommige Franse romans.
Hier is een fragment dat zowel die helderheid, de levendigheid als de ironische toon van de verteller goed illustreert:
De krant van Lopend Vuurtje noteerde de koerswijziging van de fractie na Niehofs dood nauwkeurig. Lopend Vuurtje is de hoofdredacteur; hij heeft die naam te danken aan zijn roodaangelopen gezicht, en aan de snelheid waarmee hij de onzinnigste geruchten ook buiten zijn krant wereldkundig maakt. Hij is een beste kerel maar volslagen gek, een mislukte jurist met een verstand dat zo scherp is dat hij er al zijn gedachten mee doorsnijdt en ze dan weer verkeerd aan elkaar plakt. Maar hij had direct in de gaten waar het christelijk hoofd op af wilde, en dat schreef hij ook, al kostte het hem abonnees. De lieve Heer en de boze Heeringa, zette hij er dan boven, of: Heeringa weet het beter dan de Heer. Voor dat laatste opschrift werd zijn krant eens een week verboden.
Kortom,
De onrustzaaier is kort en toegankelijk, geestig en vol vaart geschreven. Mede door de dubbelzinnige rol van de verteller in het verhaal, lijkt het een ideale titel voor de leeslijst: fijn discussiëren over wie nou goed of fout is, over of de verteller boter op zijn hoofd heeft of niet.
Des te raadselachtiger dat het boek in Nederland zo'n kwijnend bestaan leidt. Direct na verschijnen was het erg succesvol en is het herhaaldelijk herdrukt. Maar de laatste decennia hoor je er weinig meer over.
Een
interessant Zuid-Afrikaans artikel over de receptie van deze roman verklaart een beetje hoe dat komt. Juist dit boek blijkt in Zuid-Afrika een centrale plaats in de canon te hebben gekregen. Dat het in Nederland langzaam uit de aandacht verdween, verklaart de auteur onder meer uit de manier waarop het boek hier werd geïnterpreteerd: plat en ongenuanceerd, zonder oog voor de ambiguïteit van Van Maanens werk.
Iemand die daar wel oog voor had, was Alfred Kossmann. Op het omslag van de roman
Helse steen wordt hij geciteerd: 'Je leest het boek in een razend tempo uit, helemaal overtuigd, omdat het zo uitstekend van ritme en structuur is, en je loopt er dan nog een hele tijd over te broeden, je details herinnerend, details met elkaar in verband brengend, naar associaties zoekend. En een boek dat zowel tijdens als na het lezen de lezer bezighoudt is gewoon een erg goed boek.'
Precies hetzelfde geldt wat mij betreft voor
De onrustzaaier (en
De dierenhater). 'Gewoon een erg goed boek' vind ik zelfs te zwak uitgedrukt: het zijn prachtige romans. En dat zijn ze precies om de redenen die Kossman noemt: je leest het in een razend tempo uit en loopt er daarna nog dagen op te broeden en verbanden te leggen.
Vreemd dat je niet vaker over Van Maanen hoort. Vreemd dat de Volkskrant zo zit te stoken om de P.C. Hooftprijs aan Grunberg te geven, terwijl Van Maanen hem nog niet heeft. Besteed dáár eens een mediaoffensief aan, zou ik zeggen. Ik heb alleen nog zijn romans
De onrustzaaier en
De dierenhater gelezen, en ik heb nu al de indruk dat hij die prijs meer dan verdient.
Willem G. van Maanen,
De onrustzaaier (Querido 1954; de Prom 2002; 142 blz.)
Amsterdam, 28 juni 2007
Ander werk
Ook in de ramsj ligt momenteel
Met de hand op het hart (Veen, 2005), een bundeling van deze vijf romans:
De dierenhater (1960)
Helse steen (1970)
De hagel is gesmolten (1973)
Hebt u mijn pop ook gezien? (1974)
Het nichtje van Mozart (1983)
De meeste andere titels zullen antiquarisch nog wel te vinden zijn. Een lijst van die titels, en een korte kenschets van zijn werk, staat op
de site van zijn laatste uitgever.
Links
Bij de VPRO kun je luisteren naar een interessant gesprek over
De onrustzaaier.
In dat gesprek is men erg enthousiast over het boek, al wordt het ook wel een 'klein' boek genoemd, en erg tijdgebonden. Dat vind ik raar. Elk boek is tijdgebonden.
De onrustzaaier is net zo sterk geworteld in de eerste helft van de twintigste eeuw als de boeken van Balzac dat zijn in hun tijd.
Van Maanen is zelf erg kritisch over
De onrustzaaier in
dit interview in Trouw.
Verder staan er nog een aantal links op
Literatuurplein.
En dan dit
Zuid-Afrikaanse artikel over de receptie van
De onrustzaaier in Zuid-Afrika en Nederland.