Franks homepage
Nieuw op de site
Contact
Zoeken
English

Chandos-portret van Shakespeare

Shakespeare:
Voorwoord
Bibliografie
Tekstverantwoording
Vertalingen
Bewerkingen
A Lover's Complaint
De sonnetvorm
Shakespeare-links

Vertalers:
Burgersdijk
Albert Verwey
J. Decroos
Boutens
Moulijn-Haitsma Mulier
Jan Campert
Hugo Claus


Tijdgenoten:
Edmund Spenser
John Donne


Statistieken/Privacy

Drie sonnetten naar Shakespeare


Willem Brandt
Uit De keerkringvogel



27

Ontdaan van 't reizen haast ik mij naar bed
en geef mijn zware leden zwervensmoe
wat rust, maar immer rustelozer zet
mijn geest de reis weer voort, zweeft naar u toe,
en mijn gedachten gaan op pelgrimstocht
naar uw zo ver van mij verwijderd beeld.
Met kwijnend oog, door halfslaap overmocht
in 't duister starend, als een blinde ziet,
en uw gedroomde wezen binnen mij,
aanschouw 'k de schim van uw bemind gelaat,
een stil juweel dat de doodszwarte nacht
tot schoonheid dwingt door zijn aanbiddelijk licht.
   Zo dag en nacht tot u, u nooit nabij,
   vind ik geen rust voor u, geen rust voor mij.



66

Dit alles moe roep 'k om de milde dood.
Is het fortuin een bedelaar geboren
te zijn, van alle have en goed ontbloot,
mij is zelfs niet het kleinst geluk beschoren :
waar het verraad tot trouw verheven werd
en onderdrukking haar triomfen viert
en neerslaat wat zichzelf gebleven is,
waar domheid zich met toog en scepter siert
de kunst in ketens van een waan gebonden
en monumenten van de geest geslecht,
de kleinste waarheid om het hardst geschonden,
het botst geweld gekroond tot 't hoogste recht, –
   ik zocht u dood, zo 'k tussen haat en list
   mijn liefste niet om u verlaten wist.



71

Als ik gestorven ben, beween mij niet,
niet langer dan uw hand het schrift omknelt
dat van 't ontwijken aan mijn weemoed meldt,
ziel die de veile wereld licht ontvliedt.
O, zo gij deze regels later leest,
eerder verga wat nog mijn zwakheid schrijft
dan dat de wonde in uw borst niet heelt
en één herinnering aan mij beklijft.
Zo ooit uw oog zich tot dit klagen keert
wanneer ik stof van stof geworden ben
dan zij mijn naam vergeten en verweerd
en moge uw liefde sterven met mijn stem:
   opdat het wreed gemeen ook met uw smart
   de spot niet drijft en breekt uw dierbaar hart.




Over Willem Brandt


De dichter Willem Brandt (pseudoniem van Willem Simon Brand Klooster) leefde van 1905 tot 1981.

Het grootste deel van zijn werkende leven bracht hij door in het toenmalige Nederlandsch Indië, later Indonesië, met name op Sumatra. Hij was hoofdredacteur van de Deli Courant. In de oorlog werd hij geïnterneerd in verschillende Japanse kampen, die hij ternauwernood overleefde. Na de oorlog werd hij directeur van de Deli Courant. In 1954, na de Indonesische vrijheidsstrijd repatrieerde hij. Terug in Nederland werd hij directeur van de NV Deli drukkerij en boekhandel in Amsterdam. In 1957 werd hij hoofdredacteur van de Bussumsche Courant, later genaamd Het Goois Nieuwsblad.

Hij schreef al van jongs af gedichten. Zijn eerste bundel poëzie Oostwaarts kwam in 1937 uit. Belangrijke verzamelbundels zijn Reizend achter het heimwee, Het land van terugkomst en De keerkringvogel.

Hij is de dichter van heimwee en verlangen, zeer voelbaar in zijn beeldende poëzie. Het heimwee naar Holland in zijn beginperiode, en na zijn repatriëring heimwee naar Sumatra, waarmee hij in hoge mate vergroeid was geraakt. Hij voelde zich vervreemd en behorend tot twee werelden. Hij was ook een scherp waarnemer van de schrijnende situatie in de Japanse kampen, die hij betrokken en realistisch weergaf. De honger, de doffe gelatenheid, de uitzichtloosheid en de ontmenselijking krijgen op huiveringwekkende wijze gestalte in zijn poëziebundel Binnen Japansch prikkeldraad.

De herdichtingen van drie Shakespeare-sonnetten ontstonden ook in de kampperiode, in 1944, maar zijn pas later gepubliceerd. Alle drie tezamen in De keerkringvogel, in 1981.

Het schrijven van gedichten was, zoals zijn zoon Wim Klooster zegt, een van de dingen die hem op de been hielden tijdens de kampperiode. En deze sonnetten van Shakespeare passen precies bij wat er in hem omging: het gemis van en het verlangen naar zijn geliefde vrouw, het lijden onder de gevangenschap, en het wanhopige protest tegen de rechteloosheid.

De in 2011, door de Historische Kring van Bussum uitgegeven bloemlezing Bamboe en Bussum geeft een mooi beeld van leven en werk van Willem Brandt.

Els Hester Birnie-van Oyen, juli 2019



Sonnet 27
Sonnet 66
Sonnet 71


Sonnet 1
Sonnet 2
Sonnet 3
Sonnet 4
Sonnet 5
Sonnet 6
Sonnet 7
Sonnet 8
Sonnet 9
Sonnet 10
Sonnet 11
Sonnet 12
Sonnet 13
Sonnet 14
Sonnet 15
Sonnet 16
Sonnet 17
Sonnet 18
Sonnet 19
Sonnet 20
Sonnet 21
Sonnet 22
Sonnet 23
Sonnet 24
Sonnet 25
Sonnet 26
Sonnet 27
Sonnet 28
Sonnet 29
Sonnet 30
Sonnet 31
Sonnet 32
Sonnet 33
Sonnet 34
Sonnet 35
Sonnet 36
Sonnet 37
Sonnet 38
Sonnet 39
Sonnet 40
Sonnet 41
Sonnet 42
Sonnet 43
Sonnet 44
Sonnet 45
Sonnet 46
Sonnet 47
Sonnet 48
Sonnet 49
Sonnet 50
Sonnet 51
Sonnet 52
Sonnet 53
Sonnet 54
Sonnet 55
Sonnet 56
Sonnet 57
Sonnet 58
Sonnet 59
Sonnet 60
Sonnet 61
Sonnet 62
Sonnet 63
Sonnet 64
Sonnet 65
Sonnet 66
Sonnet 67
Sonnet 68
Sonnet 69
Sonnet 70
Sonnet 71
Sonnet 72
Sonnet 73
Sonnet 74
Sonnet 75
Sonnet 76
Sonnet 77
Sonnet 78
Sonnet 79
Sonnet 80
Sonnet 81
Sonnet 82
Sonnet 83
Sonnet 84
Sonnet 85
Sonnet 86
Sonnet 87
Sonnet 88
Sonnet 89
Sonnet 90
Sonnet 91
Sonnet 92
Sonnet 93
Sonnet 94
Sonnet 95
Sonnet 96
Sonnet 97
Sonnet 98
Sonnet 99
Sonnet 100
Sonnet 101
Sonnet 102
Sonnet 103
Sonnet 104
Sonnet 105
Sonnet 106
Sonnet 107
Sonnet 108
Sonnet 109
Sonnet 110
Sonnet 111
Sonnet 112
Sonnet 113
Sonnet 114
Sonnet 115
Sonnet 116
Sonnet 117
Sonnet 118
Sonnet 119
Sonnet 120
Sonnet 121
Sonnet 122
Sonnet 123
Sonnet 124
Sonnet 125
Sonnet 126
Sonnet 127
Sonnet 128
Sonnet 129
Sonnet 130
Sonnet 131
Sonnet 132
Sonnet 133
Sonnet 134
Sonnet 135
Sonnet 136
Sonnet 137
Sonnet 138
Sonnet 139
Sonnet 140
Sonnet 141
Sonnet 142
Sonnet 143
Sonnet 144
Sonnet 145
Sonnet 146
Sonnet 147
Sonnet 148
Sonnet 149
Sonnet 150
Sonnet 151
Sonnet 152
Sonnet 153
Sonnet 154