132
Thine eies I loue,and they as pittying me,
Knowing thy heart torment me with diſdaine,
Haue put on black,and louing mourners bee,
Looking with pretty ruth vpon my paine.
And truly not the morning Sun of Heauen
Better becomes the gray cheeks of th’ Eaſt,
Nor that full Starre that vſhers in the Eauen
Doth halfe that glory to the ſober Weft
As thoſe two morning eyes become thy face:
O let it then as well beſeeme thy heart
To mourne for me ſince mourning doth thee grace,
And ſute thy pitty like in euery part.
Then will I ſweare beauty her ſelfe is blacke,
And all they foule that thy complexion lacke.
Zie ook het onlinefacsimile.
Aantekeningen:
Twee woordspelingen gaan verloren, of worden op zijn minst minder zichtbaar, in de gemoderniseerde versie.
In regel 9 heb ik, in navolging van de meeste tekstbezorgers, veranderd in de gemoderniseerde versie 'morning' in 'mourning', omdat dat de primair bedoelde betekenis is. Doordat de woordspeling op 'morning/mourning' door het hele gedicht heen loopt, blijft de dubbele betekenis toch wel duidelijk.
In regel 12 wordt 'sute' altijd gemoderniseerd tot 'suit' (in de betekenis van:'zich kleden'). Gek genoeg wordt er in geen enkele van de edities die ik heb geraadpleegd op gewezen dat ook hier een woordspeling in schuilt. Toch kon volgensde OED ook 'soot' (beroeten, zwart maken) zo gespeld worden. Die betekenis klinkt hier volgens mij toch ook een beetje in door.
|