De sonnetten van Shakespeare |
||
Franks homepage Nieuw op de site Contact Zoeken English Shakespeare: Voorwoord Bibliografie Tekstverantwoording Vertalingen Bewerkingen A Lover's Complaint De sonnetvorm Shakespeare-links Vertalers: Burgersdijk Albert Verwey J. Decroos Boutens Moulijn-Haitsma Mulier Jan Campert Hugo Claus Tijdgenoten: Edmund Spenser John Donne Statistieken/Privacy |
De sonnetvormHet sonnet is een van de klassiekste, meestgebruikte en herkenbaarste dichtvormen. De vormeisen zijn tamelijk streng, maar ook weer zo flexibel dat ik slechts één eigenschap kan bedenken die opgaat voor werkelijk alle verschillende sonnetvarianten: een sonnet heeft 14 regels.Dat is niet genoeg om het sonnet als dichtvorm af te bakenen van andere poëzie. Shelley's beroemde 'Ode to the West Wind' bestaat uit vijf secties van veertien regels. Toch zal niemand beweren dat het een sonnettenkrans van vijf sonnetten is. Dat komt door de strofe-indeling en het rijmschema. De secties van 'Ode to the West Wind' bestaan uit vijf strofen: vier strofen van drie regels (met als rijmschema: aba bcb enz.) en een afsluitende strofe van twee regels. Dat is terza rima, een rijmvorm die vooral bekend is van Dante's Goddelijke Komedie en die in sonnetten nooit wordt gebruikt. Een sonnet is dus een rijmend gedicht van 14 regels – met een bepaald rijmschema, een bepaalde strofe-indeling, en een regelmatig metrum. Welk rijmschema dan, en welke strofe-indeling? Strofe-indelingEen sonnet bestaat uit vier strofen. Meestal zijn dat twee strofen van vier regels (twee kwatrijnen, die samen het octaaf vormen) gevolgd door twee strofen van drie regels (twee terzinen, die samen het sextet vormen). Om in voetbaltermen te spreken: een 4-4-3-3 opstelling. Deze wijdverbreide vorm wordt wel het Europese sonnet genoemd. Een zeldzame variant hierop is twee kwatrijnen gevolgd door drie strofen van twee regels (4-4-2-2-2).Zoals iedereen weet, voetballen ze in Engeland liever aan de verkeerde kant van de weg. Dat geldt ook voor sonnetten. Het zogenaamde Engelse of Shakespeareaanse sonnet heeft drie kwatrijnen en wordt afgesloten met een strofe van twee regels (distichon). Engelse sonnetteers voetballen het liefst in een 4-4-4-2 opstelling. Overigens werden in oudere poëzie de strofen doorgaans niet gescheiden door witregels. Latere dichters (vanaf de negentiende eeuw) plaatsen wel witregels tussen de strofen, waarna het ook gebruikelijk werd om dit te doen bij heruitgaven van oudere poëzie. Maar in de renaissance stond het sonnet meestal afgedrukt als één tekstblok. Ook in de eerste uitgave van Shakespeares sonnetten vormen de gedichten telkens één tekstblok, waarin alleen de twee slotregels opvallen doordat ze inspringen. De meeste moderne uitgaven eerbiedigen deze layout, en ook de meeste Nederlandse vertalers, van Burgersdijjk tot Verstegen, laten hun vertalingen zo afdrukken. Uitzonderingen hierop zijn bijvoorbeeld Albert Verwey en Arie van der Krogt. Dat wil niet zeggen dat je in deze gedichten geen strofen kunt onderscheiden. Ze zijn nog duidelijk te herkennen in de inhoudelijke opbouw van het sonnet en door het rijmschema. RijmschemaHet sonnet heeft niet één vast rijmschema. In de kwatrijnen wordt soms omarmend rijm gebruikt (abba), maar je ziet ook heel vaak abab. Soms wordt voor beide kwatrijnen dezelfde rijmklank gebruikt (abab abab of abba abba), soms niet (abab cdcd).Vooral in de rijmschema's van de terzinen zie je erg veel variatie, van abc abc tot abc cba, waarbij de eerste en de laatste rijmklank zich wel erg ver van elkaar bevinden. (Zie bijvoorbeeld Kloos' 'Ik ween om bloemen in de knop gebroken'.) Het rijmschema van het Shakespeare-sonnet is niet veeleisend: drie kwatrijnen waarvan het rijmschema (abab) niet is geschakeld, afgesloten door een distichon. Een strengere variant hierop is het Spenseriaans sonnet (klik hier voor een voorbeeld). Daarin is het rijm van de drie kwatrijnen geschakeld: abab bcbc cdcd. Overigens gebruikt Shakespeare in de sonnetten bijna uitsluitend zogenaamd mannelijk of staand rijm. Het wordt meestal als veelbetekenend gezien dat hij juist wel gebruikmaakt van vrouwelijk rijm in sonnet 20, dat de vrouwelijkheid van een mannelijke geliefde tot thema heeft. OpbouwStrofe-indeling en rijmschema zijn niet louter vormtechnische aspecten. Ze hebben een nauwe relatie met de inhoudelijke opbouw van het gedicht.Het klassieke sonnet valt uiteen in twee delen: twee kwatrijnen gevolgd door twee terzinen, ofwel een octaaf en een sextet. Dat weerspiegelt de inhoud van het gedicht. Idealiter valt ook die namelijk in twee delen uiteen, en wordt in het octaaf een hoofdgedachte uiteengezet waarop het sextet reageert. Het octaaf beschrijft bijvoorbeeld een landschap, en het sextet geeft een overpeinzing bij dit landschap. Of zoals in Shakespeares sonnet 29: in het octaaf beklaagt de dichter zich over zijn lot en alles wat hij níet heeft; in het sextet troost hij zich met de gedachte aan alles wat hij wél heeft (namelijk zijn geliefde). Tussen octaaf en sextet vindt dus een inhoudelijke wending plaats, die 'volta' of 'chute' wordt genoemd. Sommige critici menen dat in Shakespeares sonnetten de opbouw anders is. Daar zou de gedachtegang geleidelijk worden opgebouwd in de eerste twaalf regels, en is het afsluitende distichon een enigszins gratuite uitsmijter waarin de gedachte niet verder wordt ontwikkeld. Sommigen, zoals J.C. Bloem, vinden de afsluitende twee regels een overbodige herformulering die niets toevoegt aan wat voorafgaat. Maar zoals mijn voorbeeld van sonnet 29 al aangeeft, kun je ook in Shakespeares sonnetten na regel 8 vaak de gebruikelijke wending ontwaren. Helen Vendler is een overtuigend pleitbezorger van dit standpunt. Guido de Bruyn gaat zelfs zo ver dat hij Shakespeares sonnetten in zijn vertalingen de typografische indeling van het Europese sonnet meegeeft, dus een octaaf gevolgd door twee terzinen. En je kunt de kritiek van Bloem ook omdraaien. In plaats van het afsluitende distichon te beschouwen als een wormvormig aanhangsel, kun je het zien als het noodzakelijke sluitstuk van een omgekeerde piramide. Zo bezien is het Shakespeare-sonnet een trechter waarin een gedachte eerst wordt uitgesmeerd over acht regels, vervolgens uitgewerkt, verfijnd en ingedikt in een kwatrijn van vier regels, en tot slot samengeperst tot zijn uiterste essentie in de twee slotregels. Hoe je hier ook tegenaan kijkt, het staat in ieder geval buiten kijf dat Shakespeare de vrijheid neemt om in een aantal sonnetten maximaal te variëren binnen een vast stramien. Zo is sonnet 66 in feite één lange opsomming, waarbij de onderverdeling in kwatrijnen niet zo relevant is. Sonnet 126 telt slechts 12 regels, 99 heeft er 15, en 145 is het enige sonnet met regels van vier versvoeten in plaats van vijf. Nummer 126 en 99 zouden we tegenwoordig dan ook geen sonnet noemen. In Shakespeares tijd lag dat iets anders. Hoewel de vorm van wat wij nu onder een sonnet verstaan al vastlag, lag de definitie van de term nog niet helemaal vast. Het woord sonnet werd ook gebruikt als algemene verzamelnaam voor uiteenlopende vormen van korte poëzie. Zo verscheen na de dood van de dichter John Donne een beroemde gedichtenbundel onder de titel Songs and Sonnets. Die bundel bevat geen enkel sonnet in de moderne betekenis van het woord. MetrumOok de afwijkende versregel van Sonnet 145 is geen doodzonde. Voor lengte en metrum van de regels van een sonnet geldt geen bindende richtlijn. Wel is het zo dat het metrum altijd regelmatig is (een sonnet in vrije verzen is eigenlijk geen echt sonnet), meestal jambisch, en meestal vijf- of zesvoetig.Engelse sonnetdichters schrijven meestal vijfvoetige regels met voeten van twee lettergrepen, de bekende jambische pentameter. Met andere woorden: tien lettergrepen met het basisritme 'paDAM paDAM paDAM paDAM paDAM'. In Frankrijk werd vaker de zesvoetige alexandrijn gebruikt. Ook in Nederland werd die in de zestiende en zeventiende eeuw meer gebruikt. Latere Nederlandse sonnetdichters gebruiken weer vaker vijfvoetige (en een enkele keer viervoetige) regels. Ook in de vertalingen op deze site vind je voorbeelden van andere versmaten. Bij sonnet 18 bijvoorbeeld: mijn eerste poging was een vertaling in zesvoetige regels. Erik Honders reageerde met een vertaling die juist één voet minder heeft dan het origineel – een 'jambische viervoeter' met acht lettergrepen per regel. Nog opvallender zijn zijn vertalingen van sonnet 2 en 113. Daarin heeft elke regel tien lettergrepen, maar slechts vier versvoeten: telkens één jambe gevolgd door een anapest – paDAM papaDAM paDAM papaDAM. Als je deze vertalingen na elkaar leest, zie je misschien ook dat het veel uitmaakt welk metrum je voor je tekst gebruikt. Erik Honders' vertaling van 18 krijgt met die korte regels een heel andere toon dan mijn breed uitwaaierende zesvoetige vertaling. En sonnet 2 krijgt door het afwijkende metrum iets jachtigs, bijna cabaretesk. Juist die afwisseling van twee verschillende versvoeten, jambe en anapest, lijkt het kunstmatige karakter van het ritme sterker te benadrukken, waardoor de zinnen minder natuurlijk vloeiend klinken. In een liedje kan zoiets (bijvoorbeeld om komisch effect te sorteren) heel goed van pas komen. Voor sonnetten is die gekunstelde toon minder geschikt. Met alleen jamben krijg je – althans in het Nederlands – regels die veel natuurlijker vloeien. Meer informatieMeer informatie over sonnetten vind je op de links op deze pagina. |
strofe-indeling rijmschema opbouw metrum het sonnet op internet Sonnet 1 Sonnet 2 Sonnet 3 Sonnet 4 Sonnet 5 Sonnet 6 Sonnet 7 Sonnet 8 Sonnet 9 Sonnet 10 Sonnet 11 Sonnet 12 Sonnet 13 Sonnet 14 Sonnet 15 Sonnet 16 Sonnet 17 Sonnet 18 Sonnet 19 Sonnet 20 Sonnet 21 Sonnet 22 Sonnet 23 Sonnet 24 Sonnet 25 Sonnet 26 Sonnet 27 Sonnet 28 Sonnet 29 Sonnet 30 Sonnet 31 Sonnet 32 Sonnet 33 Sonnet 34 Sonnet 35 Sonnet 36 Sonnet 37 Sonnet 38 Sonnet 39 Sonnet 40 Sonnet 41 Sonnet 42 Sonnet 43 Sonnet 44 Sonnet 45 Sonnet 46 Sonnet 47 Sonnet 48 Sonnet 49 Sonnet 50 Sonnet 51 Sonnet 52 Sonnet 53 Sonnet 54 Sonnet 55 Sonnet 56 sonnet 57 Sonnet 58 Sonnet 59 Sonnet 60 Sonnet 61 Sonnet 62 Sonnet 63 Sonnet 64 Sonnet 65 Sonnet 66 Sonnet 67 Sonnet 68 Sonnet 69 Sonnet 70 Sonnet 71 Sonnet 72 Sonnet 73 Sonnet 74 Sonnet 75 Sonnet 76 Sonnet 77 Sonnet 78 Sonnet 79 Sonnet 80 sonnet 81 Sonnet 82 Sonnet 83 Sonnet 84 Sonnet 85 Sonnet 86 Sonnet 87 Sonnet 88 Sonnet 89 Sonnet 90 Sonnet 91 Sonnet 92 Sonnet 93 Sonnet 94 Sonnet 95 Sonnet 96 Sonnet 97 Sonnet 98 Sonnet 99 Sonnet 100 Sonnet 101 Sonnet 102 Sonnet 103 Sonnet 104 Sonnet 105 Sonnet 106 Sonnet 107 Sonnet 108 Sonnet 109 Sonnet 110 Sonnet 111 Sonnet 112 Sonnet 113 Sonnet 114 Sonnet 115 Sonnet 116 Sonnet 117 Sonnet 118 Sonnet 119 Sonnet 120 Sonnet 121 Sonnet 122 Sonnet 123 Sonnet 124 Sonnet 125 Sonnet 126 Sonnet 127 Sonnet 128 Sonnet 129 Sonnet 130 Sonnet 131 Sonnet 132 Sonnet 133 Sonnet 134 Sonnet 135 Sonnet 136 Sonnet 137 Sonnet 138 Sonnet 139 Sonnet 140 Sonnet 141 Sonnet 142 Sonnet 143 Sonnet 144 Sonnet 145 Sonnet 146 Sonnet 147 sonnet 148 Sonnet 149 Sonnet 150 Sonnet 151 Sonnet 152 Sonnet 153 Sonnet 154 |
© Auteursrechten worden uitdrukkelijk voorbehouden. Citeren mag, mits met bronvermelding, maar voor alle andere vormen van commercieel en niet-commercieel hergebruik dient schriftelijk toestemming te worden gevraagd aan de betreffende auteur(s).
|