Franks homepage
Nieuw op de site
Contact
Zoeken
English

schilderij van Verwey

Shakespeare:
Voorwoord
Bibliografie
Tekstverantwoording
Vertalingen
Bewerkingen
A Lover's Complaint
De sonnetvorm
Shakespeare-links

Vertalers:
Burgersdijk
Albert Verwey
J. Decroos
Boutens
Moulijn-Haitsma Mulier
Jan Campert
Hugo Claus


Tijdgenoten:
Edmund Spenser
John Donne


Statistieken/Privacy

44

Of als een man, die enen schat bewaart,
Een groten goudhoop, dien hij achter ’t huis
Verstopte in de aarde en hopen grint en gruis
Wierp hij daar neer en de as van zijnen haard; –

Hij gaat als een arm man, droef, ruig van baard,
Daaglijks de stad door, maar nauw ’s avonds thuis,
Graaft hij en telt zijn goud zonder gedruis,
En weet zich meer dan zeven rijkaards waard:

Zo leef ’k met hen, die rijk aan liefde zijn,
En lijk een beedlaar voor hun rijke deur;
Een schooier schijn ik in een schamel kleed; –

Maar als ik dan mijn huis, úw huis betreed,
Pronkt schat van liefde om mij in keur en kleur,
Zodat ’k der Liefde rijkste burger schijn.

<< vorige
||<< terug naar begin

Uit: Oorspronkelijk dichtwerk, eerste deel, 1882-1914, Uitgeverij Querido, Amsterdam, 1938.



Aantekeningen:

verzaân = verzadigen



Sonnet 1
Sonnet 2
Sonnet 3
Sonnet 4
Sonnet 5
Sonnet 6
Sonnet 7
Sonnet 8
Sonnet 9
Sonnet 10
Sonnet 11
Sonnet 12
Sonnet 13
Sonnet 14
Sonnet 15
Sonnet 16
Sonnet 17
Sonnet 18
Sonnet 19
Sonnet 20
Sonnet 21
Sonnet 22
Sonnet 23
Sonnet 24
Sonnet 25
Sonnet 26
Sonnet 27
Sonnet 28
Sonnet 29
Sonnet 30
Sonnet 31
Sonnet 32
Sonnet 33
Sonnet 34
Sonnet 35
Sonnet 36
Sonnet 37
Sonnet 38
Sonnet 39
Sonnet 40
Sonnet 41
Sonnet 42
Sonnet 43
Sonnet 44

'Mephistopheles Epicureus'