Franks homepage
Nieuw op de site
Contact
Zoeken
English

de 'Droeshout-gravure' van Shakespeare

Shakespeare:
Voorwoord
Bibliografie
Tekstverantwoording
Vertalingen
Bewerkingen
A Lover's Complaint
De sonnetvorm
Shakespeare-links

Vertalers:
Burgersdijk
Albert Verwey
J. Decroos
Boutens
Moulijn-Haitsma Mulier
Jan Campert
Hugo Claus


Tijdgenoten:
Edmund Spenser
John Donne


Statistieken/Privacy

36

Let me confess that we two must be twain,
Although our undivided loves are one.
So shall those blots that do with me remain,
Without thy help, by me be borne alone.
In our two loves there is but one respect,
Though in our lives a separable spite,
Which though it alter not love's sole effect,
Yet doth it steal sweet hours from love's delight.
I may not evermore acknowledge thee,
Lest my bewailed guilt should do thee shame,
Nor thou with public kindness honour me,
Unless thou take that honour from thy name.
   But do not so, I love thee in such sort,
   As thou being mine, mine is thy good report.

Wij zijn als twee, ik weet het best,
Al smeedt de liefde ons aaneen;
Ik draag de smaad die mij nog rest
Dus zonder hulp van jou, alleen.
Twee liefdes – samen één gebied;
Twee levens – door een kwaad gedeeld
Dat weliswaar de liefde niet,
Maar wel haar zoete uurtjes steelt.
Ik doe maar of je een vreemde bent,
Opdat je in mijn schuld niet deelt;
Ook jij doet of je mij niet kent,
Omdat je dan je naam verspeelt.
   Dat nooit! Het deed mijn hart te zeer:
   Je bent van mij, dus ook je eer.


Ik geef het toe, wij twee worden gescheiden,
Maar zijn in liefde ongedeeld en één.
De vuiligheid waaronder ik blijf lijden,
Verdraag ik wel zonder jouw hulp, alleen.
Onze twee liefdes kennen slechts één doel,
Al scheidt het lot ons beiden zo voortdurend,
Dat maakt niet uit voor geestdrift en gevoel,
Maar het ontneemt ons liefdes zoete uren.
Ik mag je voortaan niet mijn liefste noemen,
Mijn trieste schuld zou jou te schande maken.
Jij kunt me niet publiekelijk meer roemen,
Uit angst je goede naam zo kwijt te raken.
   Doe dat maar niet, ik hou van jou, zozeer:
   Jij bent van mij, dus deel ik in jouw eer.


Commentaar

Dit is werk in uitvoering. Uiteindelijk moet hier ook een nieuwe vertaling komen te staan, plus wat verklarende noten bij de Engelse tekst. Als je zelf een vertaling hebt die je hier wel geplaatst of gelinkt wilt zien, mail me dan.
Klik rechtsboven voor de vertalingen van Burgersdijk en Verwey. Ook andere vertalingen van dit sonnet, die hier of elders online staan, worden rechtsboven gelinkt.

Voor een Engelstalig commentaar op dit gedicht klik hier.




oude spelling

Andere vertalingen:
Burgersdijk
Verwey
Moulijn-Haitsma Mulier
Decroos
Jonk
Verstegen
Van der Krogt


Sonnet 1
Sonnet 2
Sonnet 3
Sonnet 4
Sonnet 5
Sonnet 6
Sonnet 7
Sonnet 8
Sonnet 9
Sonnet 10
Sonnet 11
Sonnet 12
Sonnet 13
Sonnet 14
Sonnet 15
Sonnet 16
Sonnet 17
Sonnet 18
Sonnet 19
Sonnet 20
Sonnet 21
Sonnet 22
Sonnet 23
Sonnet 24
Sonnet 25
Sonnet 26
Sonnet 27
Sonnet 28
Sonnet 29
Sonnet 30
Sonnet 31
Sonnet 32
Sonnet 33
Sonnet 34
Sonnet 35
Sonnet 36
Sonnet 37
Sonnet 38
Sonnet 39
Sonnet 40
Sonnet 41
Sonnet 42
Sonnet 43
Sonnet 44
Sonnet 45
Sonnet 46
Sonnet 47
Sonnet 48
Sonnet 49
Sonnet 50
Sonnet 51
Sonnet 52
Sonnet 53
Sonnet 54
Sonnet 55
Sonnet 56
sonnet 57
Sonnet 58
Sonnet 59
Sonnet 60
Sonnet 61
Sonnet 62
Sonnet 63
Sonnet 64
Sonnet 65
Sonnet 66
Sonnet 67
Sonnet 68
Sonnet 69
Sonnet 70
Sonnet 71
Sonnet 72
Sonnet 73
Sonnet 74
Sonnet 75
Sonnet 76
Sonnet 77
Sonnet 78
Sonnet 79
Sonnet 80
sonnet 81
Sonnet 82
Sonnet 83
Sonnet 84
Sonnet 85
Sonnet 86
Sonnet 87
Sonnet 88
Sonnet 89
Sonnet 90
Sonnet 91
Sonnet 92
Sonnet 93
Sonnet 94
Sonnet 95
Sonnet 96
Sonnet 97
Sonnet 98
Sonnet 99
Sonnet 100
Sonnet 101
Sonnet 102
Sonnet 103
Sonnet 104
Sonnet 105
Sonnet 106
Sonnet 107
Sonnet 108
Sonnet 109
Sonnet 110
Sonnet 111
Sonnet 112
Sonnet 113
Sonnet 114
Sonnet 115
Sonnet 116
Sonnet 117
Sonnet 118
Sonnet 119
Sonnet 120
Sonnet 121
Sonnet 122
Sonnet 123
Sonnet 124
Sonnet 125
Sonnet 126
Sonnet 127
Sonnet 128
Sonnet 129
Sonnet 130
Sonnet 131
Sonnet 132
Sonnet 133
Sonnet 134
Sonnet 135
Sonnet 136
Sonnet 137
Sonnet 138
Sonnet 139
Sonnet 140
Sonnet 141
Sonnet 142
Sonnet 143
Sonnet 144
Sonnet 145
Sonnet 146
Sonnet 147
sonnet 148
Sonnet 149
Sonnet 150
Sonnet 151
Sonnet 152
Sonnet 153
Sonnet 154