Franks homepage
Nieuw op de site
Contact
Zoeken
English

foto van Burgersdijk

Shakespeare:
Voorwoord
Bibliografie
Tekstverantwoording
Vertalingen
Bewerkingen
A Lover's Complaint
De sonnetvorm
Shakespeare-links

Vertalers:
Burgersdijk
Albert Verwey
J. Decroos
Boutens
Moulijn-Haitsma Mulier
Jan Campert
Hugo Claus


Tijdgenoten:
Edmund Spenser
John Donne


Statistieken/Privacy

I.

Zich te vermeerd’ren is der schoonsten plicht,
Opdat de roos der schoonheid nimmer sterve,
Maar, velt de Tijd de rijp’re met zijn zicht,
Een teed’re spruit haar naam en schoonheid erve;
Doch gij, door ’t eigen stralend oog geboeid,
Voedt met uzelf als brandstof uwe vlam,
Wekt hongersnood waar alles welig groeit,
Zijt vijand van uzelf en van uw stam.
Gij, wien een elk der wereld pronkstuk acht,
En als der blijde lente bode groet,
Begraaft in uwen knop uw rijke pracht,
Spilt sparend schatten, vrek met zacht gemoed!
   Heb meêlij met de wereld, ga niet voort;
   Verslind niet, gij en ’t graf, wat haar behoort!

Uit: Dr. L. A. J. Burgersdijk, De Werken van William Shakespeare, deel 12, uitgegeven door E. J. Brill, Leiden, 1884-1888.



Aantekeningen:

r.1: 'Der schoonsten plicht'? De schoonste plicht zal dat toch wel moeten zijn, denk je in eerste instantie. Drukfout zeker. Tot je, bijna op hetzelfde moment, beseft dat het een genitief-constructie is: de plicht van de schoonste (mooiste) mensen.
Oei, oei. Zo word je als 21ste-eeuwer vanaf de allereerste regel met je neus op de feiten gedrukt. Het Nederlands van Burgersdijk is ons Nederlands niet meer. Het doet soms nog verouderder aan dan Shakespeare's Engels.

r. 3: zicht=zeis. (De nieuwe Van Dale doet er erg ingewikkeld over, het is wel een zeis, maar toch ook weer niet helemaal. De editie van 1864 is echter stellig: zicht=sikkel, zeis.)
Voor deze traditionele personificatie van Tijd als de Man met de Zeis is in het origineel trouwens geen aanleiding te vinden. 'Time' is niet met een hoofdletter afgedrukt, en van een zeis is nergens sprake. Samen met het woord 'stam' in regel 8 dikt Burgersdijk de metafoor van een tuin en vegetatie (reeds aanwezig in de Roos en de rijke knop) nog eens extra aan.

r.9: Ook de syntaxis van deze zin is niet meteen helder voor de haastige lezer, ben ik bang. 'Wien' is het lijdend voorwerp,  'een elk der wereld' onderwerp: 'Jij, die door iedereen in de wereld als pronkstuk wordt beschouwd, en wordt begroet als de blijde voorbode van de lente.'



1 Engelse tekst
   + nieuwe vertaling

oude spelling

Andere vertalingen:
Verwey
Moulijn-Haitsma Mulier
Decroos
Boutens
Jonk
Verstegen
Van Suchtelen
van Emde Boas
Messelaar
Van Elden
Van der Krogt
Grandgagnage
De Meijer

Aanteekeningen
Alles op 1 pagina
Digitaal boek

Lover's Complaint

Sonnet 1
Sonnet 2
Sonnet 3
Sonnet 4
Sonnet 5
Sonnet 6
Sonnet 7
Sonnet 8
Sonnet 9
Sonnet 10
Sonnet 11
Sonnet 12
Sonnet 13
Sonnet 14
Sonnet 15
Sonnet 16
Sonnet 17
Sonnet 18
Sonnet 19
Sonnet 20
Sonnet 21
Sonnet 22
Sonnet 23
Sonnet 24
Sonnet 25
Sonnet 26
Sonnet 27
Sonnet 28
Sonnet 29
Sonnet 30
Sonnet 31
Sonnet 32
Sonnet 33
Sonnet 34
Sonnet 35
Sonnet 36
Sonnet 37
Sonnet 38
Sonnet 39
Sonnet 40
Sonnet 41
Sonnet 42
Sonnet 43
Sonnet 44
Sonnet 45
Sonnet 46
Sonnet 47
Sonnet 48
Sonnet 49
Sonnet 50
Sonnet 51
Sonnet 52
Sonnet 53
Sonnet 54
Sonnet 55
Sonnet 56
sonnet 57
Sonnet 58
Sonnet 59
Sonnet 60
Sonnet 61
Sonnet 62
Sonnet 63
Sonnet 64
Sonnet 65
Sonnet 66
Sonnet 67
Sonnet 68
Sonnet 69
Sonnet 70
Sonnet 71
Sonnet 72
Sonnet 73
Sonnet 74
Sonnet 75
Sonnet 76
Sonnet 77
Sonnet 78
Sonnet 79
Sonnet 80
sonnet 81
Sonnet 82
Sonnet 83
Sonnet 84
Sonnet 85
Sonnet 86
Sonnet 87
Sonnet 88
Sonnet 89
Sonnet 90
Sonnet 91
Sonnet 92
Sonnet 93
Sonnet 94
Sonnet 95
Sonnet 96
Sonnet 97
Sonnet 98
Sonnet 99
Sonnet 100
Sonnet 101
Sonnet 102
Sonnet 103
Sonnet 104
Sonnet 105
Sonnet 106
Sonnet 107
Sonnet 108
Sonnet 109
Sonnet 110
Sonnet 111
Sonnet 112
Sonnet 113
Sonnet 114
Sonnet 115
Sonnet 116
Sonnet 117
Sonnet 118
Sonnet 119
Sonnet 120
Sonnet 121
Sonnet 122
Sonnet 123
Sonnet 124
Sonnet 125
Sonnet 126
Sonnet 127
Sonnet 128
Sonnet 129
Sonnet 130
Sonnet 131
Sonnet 132
Sonnet 133
Sonnet 134
Sonnet 135
Sonnet 136
Sonnet 137
Sonnet 138
Sonnet 139
Sonnet 140
Sonnet 141
Sonnet 142
Sonnet 143
Sonnet 144
Sonnet 145
Sonnet 146
Sonnet 147
sonnet 148
Sonnet 149
Sonnet 150
Sonnet 151
Sonnet 152
Sonnet 153
Sonnet 154
Lover's Complaint