CIII
Helaas, wat armoe brengt mijn Muze voort,
Dat ondanks zooveel ruimte om zich te vieren,
Het onderwerp alleen veel meer bekoort
Dan met mijn lofspraak om het op te sieren.
Berisp mij niet dat ik niet beter dicht!
Zie in uw spiegel, schouw daar uw gelaat,
Dat overtreft mijn botte vinding licht,
Verdooft mijn verzen, doet mijn poging kwaad.
Was ’t dan geen zonde, pogend naar nog meer,
Het onderwerp dat goed was te doen falen?
Want mijn gedicht zocht toch geen andere eer
Dan van uw deugd en goedheid te verhalen;
En meer, veel meer dan ik in verzen schik
Toont u uw eigen spiegel met een blik.
Uit: Shakespeare's Sonnetten, nagedicht door Albert Verwey, Mees, 1933.
|