CXXIX
Spilling van geest in schande zonder maat
Is lust-in-daad en tot de daad is lust
Bloedig, moorddadig, valsch, een werklijk kwaad,
Wild, hevig, hard en wreed, geen trouw bewust.
Zoo haast genoten ook verfoeid zoo haast.
Zinloos bejaagd en als men ’t nauwlijks had
Zinloos gehaat als een verzwolgen aas
Bestemd om dol te maken wie het vat.
Dol in ’t najagen, dol in ’t hebben meê,
In ’t zoeken, krijgen, laten, zonder toom,
Zoet te beproeven en beproefd een wee,
Eerst een voordachte vreugd, erna een droom.
Dit weet de wereld wel, maar geen weet wel
D’ hemel te mijden leidend naar die hel.
Uit: Shakespeare's Sonnetten, nagedicht door Albert Verwey, Mees, 1933.
Aantekeningen:
Vergelijk hiermee eens Verweys eigen sonnet Mephistopheles Epicureus.
|