XC
Haat me dan als ge wilt, zoo ooit, dan nu,
Nu, daar de wereld toch me al tegen is.
Geef, nu het lot mij stoot, mij nog een duw
En kom niet later met een na-gemis.
Kom niet als ik ontsnapte aan deze zorgen,
In de achterhoê van een verwonnen leed,
Geef niet een windige nacht een regenmorgen
En draal niet met een slag die ge reeds weet.
Wilt ge me laten, laat me niet het laatst,
Als ander klein verdriet deed wat het mocht,
Maar kom in de aanvang, opdat ik mij haast
Het ergst te proeven wat het lot mij brocht.
Alle andre pijn, of wat ik voel als pijn,
Wordt bij verlies van u slechts pijn in schijn.
Uit: Shakespeare's Sonnetten, nagedicht door Albert Verwey, Mees, 1933.
|